Arie Minor 59-5 129 GNDEPAVPLCIE Maarn
In juli 1960 begonnen bij de semi, volgens het Nederlands woordenboek half, parate troepen in het Geniekamp Maarn bij de 129 Genie Dep.+Avpl.Cie. als sergeant BEVO-orrading, hal 1. Wanneer je niet gestraft was, je geen wachtdienst of brandpiket had, dan kon je, door het semi paraat zijn, elk weekend met verlof, hoera! Zaterdagmorgen naar huis en zondagavond voor 24.00 uur weer terug zijn. Mijn collega's/kamergenoten in de OO-barak, kamer 11, waren Marinus Waanders van de 101 Genie Herstel, Rijssen, Johan Walgemoet, MTOO, Rheden en Reinier van Dam, ?, beiden van de 129 Genie Dep.+Avpl.Cie.. Mijn cc was kap. Rijper. Verder herinner ik mij 2lt. Van Luit, (ernstig dienstongeval ?), adj. Geldmeijer, csm. Kok, (vette Harrie), sm. Elzenaar, een oudere burger, waarvan ik de naam niet weet, De Jong ?, op de BEVO-administratie, sm. Cees van Rijthoven. Hij heeft in 1978 de dienst verlaten als adjudant. Ik heb hem op 10 juli 2009, na bijna 50 jaar, een e-mail gezonden. De smi. van de 101 Herstel, president van de OO-mess, een zeer gerespecteerde funktie, Hein van Lubeek, in de vele wandelgangen "Hein de mekker" genoemd. Bij de middagmaaltijd in de mess sprak hij achtereenvolgens, als hij de tijd daar rijp voor vond, de woorden: "Ogenblikje stilte. Eet smakelijk. Op de goede bekomst". Dat het mag zakken, ging hem te ver. Ja, zoals je merkt, het ging er bij ons toen al beschaafd aan toe. Sgt.1 Van Hal, Pijlo, sgt. Pijl, kpl.1 Lijffijt, chauffeur 6x6, ya 328, dikke DAF, sld. Wassink, Bos, Doetinchem, Herder, Heijneman, Nieuwenhuis. Op 16 juni 2009, 's avonds, heb ik Leo Poldervaart, 60-5, van de 129-Palen gebeld en een fijn telefoongesprek met hem gehad. We konden nog veel herinneringen ophalen na 50 jaar. Hij heeft geruime tijd met mij in loods 1 gewerkt en woont nog steeds in Spijkenisse. Hoe heette onze bijzonder aardige fourier? De militair, balk en 2 sterren, overste, luitenant kolonel, met dezelfde voornaam als ik, ome Arie Huiskens (of Huyskens?). Hij woonde in Heemstede/Aerdenhout en werd per dienstauto door een chauffeur van de 107 Ststvzgcie. thuis opgehaald heb ik bij iemand gelezen. Hem trof ik mijn eerste werkdag te Maarn aan. Een rijzig persoon van dicht bij de twee meter, in splinternieuwe groene overall, een werkpak over alle kleren gedragen, waarvan hij de knopen niet gebruikte, bezig met de reorganisatie van het beheer van geniemateriaal in hal 1, waar ik ook ging werken met sgt.1 Van Hal, korp. Van Laanen uit Zuid Limburg en een aantal soldaten. Ik vond Arie geen prater, alleen het hoogst noodzakelijke. Het was voor mij als startend dpl.sgt. dan ook behoorlijk wennen. Toch heb ik een aantal fijne dagen gehad met, naar mij uiteraard duidelijk werd, de hoogste militair in rang en bataljonscommandant van het Geniekamp. Op het Geniepark hielpen bij het af- en opladen van geniematerieel Hammer, De Vries, hij heeft voor mij een ouwe stompstok gemaakt die nog steeds een eervolle plaats heeft bij ons thuis, Trijsselaar, Ter Horst, Kamps en Van Buren. Soldaten van de 2 andere cie's noemden de 129ers "PALEN". We gingen hier in het park wel veel met houten palen voor veldversterkingen om, vandaar de bijnaam waarschijnlijk. Na de dienst, met mijn kamergenoten Marinus Waanders en Reinier van Dam, een rondje hardlopen vanuit de kazerne, de Maarnse Berg op, bovenlangs de camping en de afgraving de Zanderij, en er weer af. Johan Walgemoet was dan altijd nog druk met de planning van de ritten van zijn wagenpark voor de volgende dag en kon zo helaas niet meedoen. Na het hardlopen "douchen" in onze OO-barak in een lavet, met 8 kranen, helaas echter met uitsluitend koud water. We spreken over 1960 en waren snel "schoon", vooral wanneer het water, zoals in ons landje bijna altijd, weer te koud was. De kolossale houtkachel in het midden van de barak werd in de koude jaargetijden brandende gehouden door de zeer gewaardeerde oude knorrepot, burgerveteraan Knoops. Wanneer we hem een beetje plaagden door te zeggen dat de kachel niet goed brandde dan zei hij dat we er wel "woater" bijgegooid zouden hebben. We bezochten regelmatig het dicht in de buurt gelegen Protestants Militair Tehuis, waar het altijd gezellig was of werd gemaakt door het tehuisleidersechtpaar Jan en Jentina Haasjes. Jan is geboren op 22-07-1922 te Hasselt (Ov.) en overleden op 23-02-1999 in Amersfoort. Het tehuis wordt in 2009 gesloopt zodat er niets meer over is van het Geniekamp. Slechts het Rijkswegtunneltje, waarvan het gebruik verplicht was, resteert dan nog. Het Geniekamp Maarn werd in gebruik genomen in 1953. In de loop van 1971 werd het kamp opgeheven en gesloopt. De nog bruikbare "spullen" werden verhuisd naar de Margrietkazerne te Wezep. Op 14 mei 1961 fungeerde ik als cdt. Brandpiket! Op 20 januari 1961 bloed afgestaan aan het NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS. De laatste 6 maanden in Maarn was ik effektief. De wedde werd verhoogd van f 1,75 per dag naar een redelijke maandwedde van hoeveel weet ik niet meer. Verder herinner ik mij nog sgt. Silvester van Horen, kap. Sako of Simon ? Oort, vakofficier Elt. Hauser, smi. Henrie Verpoorten en sgt. Loreleijers uit mess en keuken, van de 107 Ststenverz.. Verder kap. Clausen, Elt. Ruedeseli, sgt.1 Griffioen en sgt.1 Gijs Bosman van de 101 Genie Herstel. In aansluiting, aanvang 28 juni 1961, drie maanden klein verlof uitdienen door een gespecialiseerde BEVO-afvaardiging van de 129 Genie Dep.+avpl.cie. en sld.1 Jan Duivenvoorde van de 107 Ststenverz.cie. als gast. Met een met geniematerieel, waaronder tankdozers van de 11 Genie Ost Cie., afgeladen trein vanuit Roosendaal vertrokken naar La Courtine. We waren ondergebracht bij het 41 Genie Bat., waarover kap. Minnen het bevel voerde. Na 2 maanden plotsklaps terug naar Nederland i.v.m. de kwestie Berlijn. Om de drie maanden vol te krijgen heb ik een maand gevist in de Bijland bij Lobith en heb me daarna netjes gemeld.